vrijdag 6 maart 2015

Islam – Een religie in constante staat van schizofrenie

Het is spijtig dat mensen in de islamitische gemeenschap die een positief geluid willen laten horen over hun geloof -speciaal met het doel om de jeugd te bereiken- toch weer moeten worden tegengesproken, omdat ze met hun welwillende houding net iets teveel door een roze bril hebben gekeken. Neem nu hoofdredacteur van de Moslimkrant Brahim Bourzik, tevens oud-gemeenteraadslid van Rotterdam en vader van twee opgroeiende pubers. Hij brengt in juni de glossy ‘Mohammed’ uit in navolging van Linda, Maarten, Matthijs en Jezus waarvoor hij wordt geïnterviewd door het Algemeen Dagblad. (1)

Ondanks de eigentijdse insteek en het populaire taalgebruik van Bourzik ‘Mohammed was sexy’ (‘cool’), wordt aan de hand van de vragen van de interviewer toch duidelijk dat ook hij met de ongemakkelijke waarheden over Mohammed op een wat ontwijkende manier omgaat. Het is geheel en al de leuke Mohammed die hij wil uitdragen en de schaduwzijde van zijn profeet moet ‘begrepen worden in de context’. Het historische excuus, dat het voor de tijd waarin het zich allemaal afspeelde heel normaal was wat de profeet deed en er dus niets in de koran of de islamitische overlevering te vinden is waar we ons nu ethische zorgen over moeten maken. Dat een flink deel van de moslims vandaag de dag veel dingen uit hun historische context haalt en ook nu nog letterlijk gelooft en in de praktijk brengt, wordt wederom vertaald als het ‘kapen’ van het geloof door radicalen voor hun politieke doeleinden. Alsof Mohammed zelf niet aan de gewapende strijd meedeed, geen politiek macht bekleedde en geen tegenstanders liet ombrengen die zijn 'goede' boodschap bespotten. Het bekende sprookje van ‘islam is vrede’ voor wie al het geweld dat tijdens en na de dood van Mohammed alomtegenwoordig was in de moslimwereld maar een bijkomstigheid vindt.

Het wordt natuurlijk erg moeilijk voor moslimjongeren om te begrijpen waarom er wereldwijd wordt gevochten uit naam van de islam, als je iedere keer blijft ontkennen dat geweld een integraal deel is van het geloof en dat alleen moderne en ontwikkelde moslims zich daar in de latere tijd van gedistantieerd hebben. Het is lastig voor moslims om het op die manier te zeggen. Je ergens van distantiëren is vanuit het geloof gezien problematisch, want als je het één verwerpt, waarom dan ook niet het ander? Het hoorde tenslotte allemaal bij de prediking van één persoon, de barmhartige kant van de profeet, zijn humor, de spirituele zoektocht die leidde tot zijn openbaringen, de oppositie die hij ondervond en zijn reactie daarop, zijn militaire acties en zijn kindbruidje Aisha. Waar moslims keer op keer mee in verlegenheid komen, is dat ze onmogelijk de barmhartigheid van hun profeet kunnen rijmen met de opdracht die hij gaf aan zijn metgezellen om critici van zijn leer om het leven te brengen (een oude dichter in zijn eigen huis, een zwangere vrouw in haar buik gestoken door een metgezel van de profeet, enz). En daarnaast het pijnlijke gegeven van huwelijksverbintenis met een kind van zes waarvan de consummatie werd voltrokken toen ze negen of tien was.

'Beeldvorming'

Met name op dat punt valt Bourzik voor mij door de mand met zijn positieve initiatief, dat toch weer grotendeels gebouwd is op het bagatelliseren van bepaalde onfrisheden. Dat is en blijft het verschil tussen een hagiografie (‘Heiligenleven’) en een gewone biografie, waarbij de minder leuke kanten van een historische persoon normaal gesproken niet uit de weg worden gegaan. Van Churchill weten we dat hij minder fraaie karaktertrekken had, want vooral in zijn vroege politieke carrière kon hij vrij meedogenloos zijn, maar zijn goede karaktereigenschappen vinden we uiteindelijk zwaarder wegen. Dat betekent echter niet dat we zijn donkere kant dan maar een beetje wegpoetsen en net doen alsof dat een vergissing was of ‘beeldvorming’ door de media, wat we regelmatig horen van moslims als het over hun geloof gaat. Als de AD-interviewer Bourzik voorlegt dat Wilders zijn profeet een pedofiel noemt, verdedigt hij zich met de historische context:  ‘Mohammed was inderdaad getrouwd met een 12-jarig meisje. Hij leefde in een tijd van oorlog. Veel vrouwen hadden hun man verloren, gezinnen leden honger. Mohammed ontfermde zich juist over dit meisje’. Om te beginnen maakt hij haar gauw een paar jaar ouder (dan de leeftijd van haar eerste geslachtsdaad), dan stelt hij dat het ‘een tijd van oorlog was’, alsof dat niet direct met het verschijnen van de islam zelf te maken had en hij eindigt met het wegwuivende statement dat er ‘veel honger’ was en Mohammed zich enkel over haar ‘ontfermde’. Een vreemde manier om seks met een negen of tienjarig meisje te omschrijven! Je zou toch denken dat Mohamed voor zijn vleselijke verlangens genoeg andere vrouwen had waar hij zijn gerief bij kon halen. Ik word helemaal onpasselijk als ik lees dat de religieuze legeraanvoerder aanvankelijk nog af en toe bij zijn kindbruidje kwam zitten om te zien hoe ze ‘samen met haar vriendinnetjes met poppen speelde’. (Dit was voor de consummatie van het huwelijk, maar toch.)

De onbetwiste status

In het kader van aanzwellende maatschappelijke kritiek op het sterk verbreide antisemitisme onder moslims, komt Bourzik met wat anekdotes over vriendelijke bejegening van joden door de profeet, waaruit de goedheid van zijn hart zou blijken. En wie durft te beweren dat hij die kanten ook niet had? Het probleem dat westerlingen hebben met de islam is niet dat ze van mening zijn dat er niets goeds in deze religie te vinden is (het islamitische soefisme droeg veel bij aan de filosofie, kunst, literatuur, wetenschap en muziek), maar dat er nooit gesproken mag worden over de pijnpunten van het geloof, vooral wat betreft Mohammed, omdat er met iedere kras op de reputatie van de profeet er automatisch een tik wordt uitgedeeld aan de geloofwaardigheid en onbetwiste status van de koran, die van deze ene persoon afkomstig is. De initiatiefnemer van de Mohammed-glossy zegt weliswaar dat Mohammed een joodse vrouw had die hem intellectueel stimuleerde (Safiyah bint Huyayy), maar vergeet erbij te vermelden dat hij met haar trouwde nadat haar stam onverhoeds werd aangevallen door het moslimleger (toen ze op weg waren om te werken op hun akkers), waarbij talloze stamleden en het stamhoofd werden gedood en haar eigen man doodgemarteld om hem te laten bekennen waar de schatten waren begraven. (2) Bovendien had zij als oorlogsbuit weinig tijd om te rouwen om haar man, want kort na de oorlogshandelingen werd het gedwongen huwelijk geconsumeerd.



Als op deze manier de islam en haar profeet ‘leuk’ gemaakt moeten worden, dan zie ik het als een positieve vorm van misleiding, die kinderen -moslims en niet-moslims- geen snars wijzer maakt ten aanzien van de vraag waarom het altijd de islam is die ‘gegijzeld’ wordt. Want hoe is het toch mogelijk dat de ‘Gandhi van het Midden-Oosten’ een religie voortbracht die zich zo overduidelijk met militaire expansiedrift manifesteerde? Waarom wordt  Omar, de tweede opvolger van de profeet, vooral gezien als een geniaal legeraanvoerder en kennen we hem niet als iemand die vredesmarsen hield voor een betere wereld? Het is misschien makkelijk praten voor mensen  veertienhonderd jaar later over de gebeurtenissen van toen, in een andere tijd en omstandigheden, maar bepaalde zaken zijn zelfs in het licht van die tijd ‘opmerkelijk’ te noemen. En was het bovendien niet zo dat de islam juist werd geopenbaard om de morele standaard van de mensen te verheffen? Ik kan me niet voorstellen dat het werkelijk de wil van Allah was dat de profeet een tienjarige ontmaagde. In één van de overleveringen komt overigens een anekdote voor die tot uitdrukking brengt dat sommige tekenen die Mohammed ontving (dromen) soms wel erg in zijn straatje vielen, wanneer de vrij intelligente en bijdehante Aisha de profeet toewerpt dat ‘Allah wel heel snel is om zijn wensen te vervullen’.

Pythagoras, Boeddha en Jezus

Maar ook de historische context zelf kunnen we relativeren door nog verder terug te gaan in de tijd en te constateren dat de spirituele leer van de filosoof, wiskundige en mysticus Pythagoras (600 v chr) geweldloos was, dat de leer van de Boeddha (500 v chr) geweldloos was, die van zijn tijdgenoot en ‘concurrent’ Mahavira ook, die van  Jezus (600 jaar voor Mohammed) eveneens, waardoor er een theologisch-spirituele vraag rijst naar de legitimatie van het geweld om het ‘geloof te verdedigen’ zoals moslims het graag formuleren, zonder te erkennen dat het optreden van Mohammed en zijn volgelingen ook offensief was (de aanval op Mekka). Als ik op Wikipedia over de geschiedenis van de islam lees, met haar soms erg eufemistische uitdrukkingswijzen, schiet ik haast in de lach. Zo staat er bijvoorbeeld  “…en toen kwam er een ‘gelegenheid’ om een karavaan te onderscheppen’. Wie dat vertaalt naar normale, niet-religieuze geschiedschrijving leest: “..en toen besloot Mohammed om nog een karavaan te plunderen’. Op die manier kun je de minder prettige kanten van een geloof natuurlijk zo aankleden dat het lijkt alsof er niets vreemds gebeurt, dat niet op de één of ander manier zijn rechtvaardiging vindt in het ‘ware geloof’, maar in werkelijkheid worden er oorlogshandelingen uitgevoerd en de motieven daarvan zijn voor degenen die ze ondergaan van geen enkele betekenis. Handelaren vinden gewoon de dood door toedoen van een militaire leider die een geloof wil verspreiden.

Binnenkort zullen we in een glanzend tijdschrift getrakteerd worden op de aaibare, humoristische, barmhartige en rechtvaardige profeet en legeraanvoerder Mohammed, die de wereld wilde verrijken met een religieuze boodschap, waarbij hij soms een paar kleine hobbeltjes te nemen had om mensen duidelijk te maken dat het echt voor hun eigen bestwil was om zich te onderwerpen aan zijn nieuwe (of verbeterde) leer. De ‘mens’ Mohammed zal in beeld komen en kleur geven aan de saaiheid van het geloof -de Arabische preken en alle religieuze verboden waar de moslimjeugd in Nederland op dit moment het geloof nog mee associeert-  zodat ze zullen ontdekken dat er ook veel mooie en interessante dingen te vinden zijn in hun geloofstraditie. Deze verrijking van hun kennis heeft echter weer een paar belangrijke omissies en zal het begrip van de positie van hun religie in wereld niet vergroten, maar ze achterlaten in een constante staat van schizofrenie, omdat ze vriendelijk worden voorgelogen en geen verklaring krijgen voor de reden waarom miljoenen moslims op de wereld van mening zijn dat geweld wel een legitiem onderdeel is van het geloof en dit dagelijks in de praktijk brengen


Sven Snijer
Ranada van Kralingen