zondag 20 maart 2016

De ‘Intifada-koeien’ van Beit Sahour


Deze dagen is er op Al Jazeera een animatie-documentaire te zien over een groepje Palestijnen uit het christelijk-Arabische dorpje Beit Sahour (Westbank), dat tijdens de eerste intifada een clandestiene zuivelboerderij wilde opzetten om de afhankelijkheid van Israëlische producten te doorbreken. (1) Ze wilden zelfvoorzienend zijn, om op die manier een verzet van onderaf te organiseren tegen de bezetting van hun gebied door het Israëlische leger. Ze smokkelden achttien koeien, die ze hadden gekocht van een Kibboets, hun dorpje in en produceerden spoedig hun eigen melk. De Israëlische autoriteiten die het gebied controleerden kregen hier lucht van en wilden de boerderij met achttien koeien verbieden (als militaire maatregel wegens ‘bedreiging van de staatsveiligheid’) en vanaf dat moment werden de koeien naar verschillende schuilplaatsen versleept om deze daad van burgerlijk verzet vol te kunnen houden. Het hele avontuur kende echter een vroegtijdig einde, toen op hoger politiek niveau roet in het eten werd gegooid, door de ondertekening van de Oslo-akkoorden tussen Israël en de PLO.

Jacht op de ‘terroristen’

Wat bij de animatie-docu het meest opvalt, en wat het hele verhaal bijna komisch maakt, is dat er vanwege de ‘staatsveiligheid van Israel’ op zeker moment een klopjacht werd geopend op de achttien koeien, door honderden Israëlische soldaten die in het dorp alle huizen langs gingen met foto’s van elke afzonderlijke koe (met oormerknummer) alsof het om gezochte terroristen ging. De logica van de Israëlische bezorgdheid over het initiatief voor deze zuivelboerderij op Palestijns grondgebied strekte zich uiteraard verder uit dan het onmiddellijke gevaar van een kudde koeien, die zo klein was dat er nog niet eens een deel van de dorpsbevolking mee in haar behoeften kon worden voorzien. De angst zal vooral gezeten hebben in de precedentwerking, de mogelijkheid dat het initiatief zich overal op de Westelijke Jordaanoever en Gaza zou verspreiden, om op die manier een economische emancipatie teweeg te brengen onder de Palestijnse bevolking. Vanuit militair-strategisch oogpunt zou dat betekenen dat er met de inkomsten van de zuivelproducten (en mogelijk aanvullende initiatieven) wapens hadden kunnen worden gekocht die tegen Israël konden worden ingezet. Het is misschien vergezocht bij deze vorm van vreedzaam verzet, maar in een staat van permanente vijandigheid over en weer, gaan mensen op alle slakken zout leggen en zien ze overal een bedreiging in.


Commentaren op Al Jazeera

Wat dat betreft spreken de diverse commentaren onder de documentaire op de site van Al Jazeera boekdelen, waar de harde beschuldigingen van Israëli’s, Amerikanen en Palestijnen over de verderfelijkheid van  joden dan wel Palestijnen  weinig ruimte laten voor een genuanceerde blik, of zelfs een inhoudelijke beoordeling van de film. In mijn beleving is de documentaire niet perse anti-Israël (2) of in het voordeel van de Palestijnse zaak. Het gaat eerder over een klein stukje geschiedenis op lokaal niveau, dat zich onttrekt aan het grote nieuws dat wereldwijd de media haalt. Het verhaal gaat niet over neergeschoten Palestijnse kinderen of willekeurig neergestoken joodse mensen die regelmatig de voorpagina’s halen, maar over mensen in bezet gebied die probeerden op een intelligente manier hun levenssituatie te verbeteren en te laten zien dat ze tot meer in staat waren dan stenen gooien of raketten afschieten op burgerdoelen. De meesten in de groep verzetsplegers waren student en kregen naderhand verantwoordelijke functies. Het was een goed initiatief, maar het mislukte door het tijdelijke succes van de Oslo-akkoorden, dat naar de opvatting van deze groep veel te vroeg kwam, omdat er nog niets was opgebouwd door de Palestijnen zelf.  

Israëlische verlammingspolitiek

In de commentaren onder de documentaire op Al Jazeera wordt er vooral op de man gespeeld en heeft niemand oog voor de menselijke maat in het hele verhaal. Een joodse man noemt Palestina de ‘kanker’ van het Midden Oosten en een Arabische commentator vertelt dat de ‘zionisten’ soms christenen neerschieten, om daar de moslims de schuld van te kunnen geven. Iemand benoemt het ‘hersenspoelen van Palestijnse kinderen’ (wat inderdaad gebeurt), en een ander heeft het over de joden als ‘kinderen van Satan’ die systematisch proberen de Palestijnse economie en infrastructuur te saboteren, om ze zodoende te dwingen hun land op te geven en ze afhankelijk te houden van Israël. Ook dit laatste kan (los van de verwerpelijke kwalificatie) niet worden ontkend, want het is al vaker aangetoond in verschillende westerse media dat de Palestijnen de mogelijkheid tot zelfontwikkeling wordt ontnomen (om politieke en militair-strategische redenen, maar het menselijk drama en de vernedering zijn er niet minder om). Hoewel ik zelf het bestaan van de staat Israël altijd zal verdedigen, ben ik geen grote fan van het huidige Israëlische beleid, omdat ik geloof dat het op langere termijn contraproductief is. Een onderontwikkeld volk is naar mijn idee juist het gevaarlijkst, want de wil om zelfstandig te worden zal nooit verdwijnen. Het alternatief voor duurzame ontwikkeling zal altijd terreur zijn en religie (islam) zal daarin een motiverende en legitimerende rol spelen. Met een verlammingspolitiek richting de Palestijnen door Israël, zullen de islamisten van Hamas er vooral garen bij spinnen.

Ik heb geen pasklare oplossingen voor de problemen in deze regio, maar het is soms goed om kennis te nemen van verhalen die zich op micro-niveau afspelen, los van de internationale economische, politieke en militaire belangen die er een rol spelen. De ‘achttien koeien’ hebben mij in ieder geval laten zien dat niet alle Palestijnen gehersenspoelde Jodenhaters zijn die uit zijn op de vernietiging van de staat Israël, zoals nog steeds vastgelegd in het manifest van Hamas. Er zijn ook mensen die van onderaf zichzelf en hun volk proberen te emanciperen met een opbouwende manier van verzet plegen, ook al wordt dat helaas afgestraft in het licht van de bredere politieke context. De vraag is wat er zou zijn gebeurd als er geen kunstmatige vrede van bovenaf aan de Israëli’s en Palestijnen was opgelegd, maar de natuurlijke ontwikkeling van verzelfstandiging van het Palestijnse volk van binnenuit langer was volgehouden. Dan was er zeker meer sympathie gekomen voor de Palestijnse zaak, vanuit het Westen en vanuit Israël zelf, dan door de zoveelste raketaanval.

Sven Snijer      



(2)De Israëlische autoriteiten meenden kennelijk dat dit wel het geval was, toen de Palestijnse regisseur van de film, Amer Shomali, een visum werd geweigerd voor de Verenigde Staten waar de film vertoond zou worden op het Human Rights Watch International Film Festival in New York City.