zondag 27 maart 2016

Van ‘islambasher’ tot ‘ultra-links’



Ik heb de laatste dagen veel mensen boos gemaakt die menen dat ik ‘helemaal niets van de islam begrijp’ en dan bedoel ik erg rechtse mensen die tot hun ontsteltenis hebben zien gebeuren dat ik van een islamcriticus van de ‘harde lijn’ (de bronteksten!) ben geëvolueerd naar een wat meer genuanceerde islamcriticus, omdat ‘nuance’ voor deze groep al per definitie een woord is dat alleen door ‘landverraders’ gebruikt wordt. 

Sommigen van hen menen nu dat ik ‘links’ ben geworden, terwijl ik zelf altijd heb gedacht dat een zaak van meerdere kanten bekijken geen politieke kleur heeft, maar de gewoonte is van mensen die graag zelf nadenken om er wijzer van te worden en als bijkomend effect ook vrijer, want minder gebonden aan één soort gelijk dat ten koste van alles verdedigd moet worden.

‘Kras op de plaat’

Al enige tijd ben ik me er van bewust dat wanneer je een aantal malen dezelfde boodschap hebt verkondigd en er niet naar je geluisterd wordt, het probleem hoogstwaarschijnlijk ligt in de manier van communiceren en niet direct bij de logica zelf. Zo vragen islamcritici die tot in den treuren over de bronteksten doorgaan, zich nooit af waarom de rest van de wereld (met name politici) niet verschrikt en ontzet raakt bij het lezen van de haatzaaiende teksten in Koran en Hadith, en waarom hun ogen niet worden geopend door de talloze aanslagen door moslimterroristen in het Midden Oosten en in Europa. Het antwoord is vrij eenvoudig; niet omdat ze ‘links’ zijn of niet kunnen lezen, maar omdat ze anders dan de ‘tekstzuigers’ niet meegaan in de eenzijdige opvatting dat een religie geheel en al door de teksten bepaald wordt. Een goed voorbeeld hiervan is een artikel van Mohamed Ajouaou in de Volkskrant (linkse krant!) van 15 februari 2005, getiteld ‘Middeleeuwse leer leidt de moslim niet’, (1) dat is opgenomen in het boekjeDe moslim die ik ben’- (Notities over een rekkelijk geloof). Eén passage in het artikel onderstreept duidelijk waar ik al enkele maanden over schrijf, dat de meerderheid van moslims niet zwelgt in de fundamentalistische overtuigingen van de islamisten, die een overmatig deel van de publiciteit naar zich toe trekken met terreuraanslagen en een antiwesterse prediking.

Financieringstromen van moskeeën

Ajouaou beschrijft de situatie in Marokko vlak na de aanslagen in Casablanca van 2003 door radicale moslims, die zich vanaf het begin van de jaren negentig in dat land steeds nadrukkelijker begonnen te manifesteren. De machtsgreep door de islamisten slaagde niet, omdat het merendeel van de Marokkaanse bevolking deze niet ondersteunde.

‘Maatschappelijke krachten drongen met succes bij de overheid aan op herstructurering van het totale religieuze landschap. Er kwam een verbod op het misbruiken van de islam voor politieke doeleinden. De zeer karige salarissen van de geestelijken werden verhoogd. De dubieuzen onder hen werden uit hun ambt gezet. Er kwam toezicht op financieringstromen van moskeeën. Religieuze opleidingsinstituten werden grondig doorgelicht. En terwijl het religieuze establishment tandenknarsend toekeek, werd met steun van de samenleving haast gemaakt met het schrappen van vrouwonvriendelijke bepalingen uit het familierecht. Kortom, het gezwel was grotendeels weggesneden.’

Dit soort maatregelen konden dus worden genomen in een islamitisch land, waarvan de meerderheid van de bevolking afschuw voelt bij het vooruitzicht ‘af te glijden naar een zogeheten islamitische staatsinrichting’. Het artikel van Ajouaou is een weerlegging van een artikel van Ewald Vervaet, (2) die de islam beschrijft als een ‘zuiver politieke ideologie’. Niet zo lang geleden zou ik nog makkelijk zijn meegegaan in de stelling van Vervaet, maar na kennismaking met het werk van een aantal kenners van de politieke islam, zoals Bernard Lewis en Bassam Tibi, sluit ik me aan bij Ajouaou. De concrete feiten weerspreken de theorie, want alle voorbeelden van jihadistisch geweld zijn geen bevestiging van de bronteksten als ‘ware identiteit’ van de islam, maar een bevestiging van de letterlijkheid waarmee jihadisten de teksten uitleggen. Dat de teksten in de islamitische geschiedenis hebben gefunctioneerd als legitimatie voor geweld wil niet zeggen dat moslims in onze tijd staan te springen om op jihad te gaan, uitgezonderd de ‘doe-het-zelf-moslims’ die via het internet een spoedcursus ‘haat tegen het westen’ hebben gevolgd. Ajouaou geeft een soortgelijke argumentatie als Tibi die waarschuwt voor het zich blindstaren op bronteksten door islamcritici, omdat daardoor de identiteitspolitiek van de islamisten juist wordt bekrachtigd.

Wat is ‘identiteitspolitiek’?

Ik begrijp dat een verdere uitleg van dit concept noodzakelijk is om te helpen doorzien wat de bedoeling van is van de islamisten. Met het woord ‘identiteits-politiek’ geeft Bassam Tibi de strategie weer van de politieke islam, om de moeizame omgang van de islam met de moderniteit om te vormen tot een ideologische strijd tussen het christendom en de islam. De wortel hiervan, is de weigering onderscheid te maken tussen de moderniteit als zodanig (wetenschap, mensenrechten, pluralisme) en de ‘hegemonie’ van het westen, de militaire en economische macht van de voormalige koloniale overheersers. Ze willen het zo voorstellen dat de islam bedreigd wordt door westerse seculiere waarden (‘intellectuele invasie’) met de bedoeling de islam, die op religieuze waarden gestoeld is, te vernietigen. Ze kunnen het zich niet voorstellen dat er binnen een geseculariseerde samenleving meerdere religies naast elkaar kunnen bestaan en zien het streven naar een islamitische wereldorde (nizam islami) als enige alternatief voor de moderniteit/hegemonie van het westen. Zoals Bassam Tibi heeft uitgelegd, bestaat er een verschil tussen de universele waarden die het westen hoog houdt en de manier waarop die in de praktijk worden nageleefd. Misschien houden westerse landen zichzelf in de internationale politiek  niet altijd aan hun eigen hoge ethische standaard, maar de waarden zelf zijn goed en universeel toepasbaar voor elk land en elk volk. (3)

Wat moet je met historische feiten?

Veel islamcritici stappen argeloos in de beeldvorming die islamisten bewerkstelligen, die van de ‘belegerde islam’ waar de rest van de wereld vijandig tegenover staat en die in zijn geheel wordt verworpen, omdat islamisten denken zelf de ‘ware islam’ te vertegenwoordigen en moslims van andere denominaties niet eens tot hun geloofsbroeders rekenen, maar tot de ongelovigen of huichelaars. Helaas doen steeds meer intelligente mensen in het westen een duit in dat zakje, door te bevestigen dat de islam door-en-door politiek is (omdat Mohammed wereldlijk en religieus gezag verenigde), terwijl de islam vanaf de periode van de Oemayyaden al een scheiding kende van wereldlijk en religieus gezag. Maar goed, waarom zouden we historici, hoog opgeleide moslims en islamkenners moeten geloven? De koppeling ‘emotie’ en ‘associatie’ werkt veel sneller en mensen zijn de islam na veertig jaar politieke correctheid van links toch al zat, dus: ‘Val me niet lastig met feiten, mijn mening staat vast!’

Wilders aan de macht

Niet gestoord door de realiteit van de politieke situatie (ook ik denk dat Wilders premier kan worden), blijf ik doorgaan met mijn historische, theologische en filosofische onderzoekingen om daar bij tijd en wijle anderen mee lastig te vallen. Zo heb ik het artikel van Ajouaou dan ook als bijzonder leerzaam ervaren en ik sluit daarom af met nog een citaat:

Bij gebrek aan dit historisch besef grijpt Vervaet als een ware oriëntalist naar abstracte en vage theologische begrippen uit de middeleeuwen in zijn poging hedendaagse moslims te begrijpen – precies zoals islamisten doen. Die menen ook de hele hedendaagse wereld te begrijpen vanuit de koran en de vroegere tradities.

Ik denk dat in dit verband het woord ‘oriëntalist’ wel gerechtvaardigd is, hoewel we er voorzichtig mee moeten omspringen. Het wordt tenslotte ook door islamisten gebruikt om hun critici de mond te snoeren, net als met de verfoeilijke term ‘islamofobie’, maar ik verdenk Ajouaou niet van zo’n dubbele agenda. Zijn boek heeft me verrast en een aantal dingen voor me verhelderd, dan wel bevestigd. Moslims kunnen ook kritisch zijn naar hun eigen geloof, maar niet als ze permanent over één kam worden geschoren met mensen waar ze zichzelf en hun traditie niet mee kunnen identificeren. Ik begrijp dat die laatste zin weer ontzettend ‘links’ overkomt, maar in het verkeer op straat kan ik ook niet alleen maar rechts afslaan, want dan blijf ik op de plek waar ik ben.

Sven Snijer




(3)’Eén van de kenmerkende stellingen van het humanisme was altijd, dat er een algemeen-menselijk ethisch oordeel bestaat, dat onafhankelijk is van enige godsdienst.’Dr. A. L. Constandse, ‘Geschiedenis van het Humanisme in Nederland.’



Lees ook het artikel van Geband van Joop:

De drie posities in het islamdebat
http://gebandvanjoop.blogspot.nl/2016/03/de-drie-posities-in-het-islamdebat.html