maandag 12 maart 2018

‘Lachen met echtscheidingen’


Iedere keer als ouders denken dat de het dieptepunt van de jeugdzorggekte bereikt is worden ze weer geconfronteerd met berichten die laten zien dat het altijd nog erger kan. Zo is er nu het verrassende feit boven water gekomen van vrijwilligers die de omgang begeleiden van onder toezicht gestelde kinderen.(1) Zij krijgen een korte training (de rest mogen ze meestal thuis doen op de computer) en gaan dan kinderen en hun ouders observeren in een omgangshuis, waarna ze hierover verslag uitbrengen aan de SAVE-teams. Deze verslagen zijn gevolg hebbend voor eventuele rechtszaken en de begeleiding zou dus in theorie alleen door gespecialiseerde mensen moeten worden gedaan. Als daarbij in overweging wordt genomen dat deze vrijwilligers niet onder het SKJ-tuchtrecht vallen, geeft dat een goed beeld van het grenzeloze amateurisme waar ouders en kinderen sinds jaar en dag mee geconfronteerd worden in de jeugdzorg. Helaas wordt deze ontwikkeling veroorzaakt door een structureel probleem, want tachtig procent van de zorgsector kampt met problemen bij het vinden van geschikt personeel.(2) In de jeugdzorg is de oplossing dan al gauw gevonden met het aannemen van ongeschikt personeel. Daar oefent toch niemand controle op uit en ‘nood breekt wet’, de jeugdzorgsector had al nooit prioriteit voor politici, al weten ze wel op het juiste moment krokodillentranen te plengen ‘in het belang van kwetsbare kinderen’ als er iets in het nieuws verschijnt over wantoestanden in de jeugdzorg of wanneer de mishandelingshobby ze weer eens in de nek hijgt. Nee, alles voor de kwetsbare kinderen, zolang het maar geen geld kost, het niet de directe verantwoordelijkheid van de overheid is, en de toetsing en tuchtrechtelijke vervolging weinig voorstelt. Daarom zijn we in dit land ook altijd zo enthousiast over convenanten, want dan weet je zeker dat er niets van terecht komt. 

Jonge en onervaren gezinsmanagers

Het is al jaren een groot probleem dat er in de jeugdbescherming veel te jonge gezinsmanagers werkzaam zijn en dat het verloop ontzettend hoog is, waardoor er constant kennis en ervaring verdwijnt. Steeds opnieuw komen er golven van veel te jonge meisjes, net van de SPH-opleiding die een te grote caseload krijgen en te zware gezinsproblematiek, gemeten naar hun tekort aan levenservaring en gebrek aan psychologisch overwicht. Dit leidt zowel tot handelingsverlegenheid in situaties waar er snel en daadkrachtig moet worden ingegrepen, waar het kind ernstig in gevaar is, maar evenzogoed kan het veroorzaken dat uit onzekerheid te snel op de juridische strepen gestaan wordt door de nieuwbakken ‘hulpverlener’ als ouders een goed weerwoord hebben of zelfs hoger opgeleid zijn. Zoals een adviseur bij jeugdbescherming Amsterdam het een paar jaar terug verwoordde ‘We hebben een structureel tekort aan mannelijke gezinsmanagers van rond de veertig’. Hoe dat er in de praktijk uitziet? Een gezin van ouders rond de vijfenveertig met twee kinderen, waarvan de oudste 18 en de jongste 9 jaar, krijgt vanwege een melding van school een gezinsmanager op bezoek van net tweeëntwintig jaar (drie jaar ouder dan hun zoon) die een informantenonderzoek gaat doen en probeert een Eigen Kracht Centrale op te zetten. Op facebook ziet moeder dat het kind de zomer daarvoor haar diploma heeft gehaald en met haar vriendinnen aan de champagne is om het te vieren. Ze is in de zomervakantie nog een paar maanden in een Afrikaans land geweest om wat ontwikkelingshulp te doen en dat is alles. Een papiertje SPH en wat vakantiewerk in een ver land van een heel andere aard dan wat in de jeugdbescherming gevraagd wordt. Waarom zou ze in staat zijn  mensen te ‘helpen’ die meer dan twintig jaar levenservaring op haar voor hebben?

Handelingsverlegen - Een zegen of een vloek?

De gezinsmanager in het onderhavige geval was er een uit de categorie ‘handelingsverlegen’ zoals het merendeel van de ‘jonkies’ en ze slaagde er dan ook niet in een EKC voor elkaar te krijgen, wat wel moest volgens het contract met de gemeente en ook het informantenonderzoek duurde geen weken, maar maanden en tenslotte langer dan een half jaar. Op zeker moment was ook niet meer duidelijk wat ze nu precies aan het onderzoeken was en daarom sloot ze zich maar aan bij de hulp die moeder zelf al voor haar jongste kind aan het regelen was (vooral een nieuwe school vinden). Alle medische en pedagogische ondersteuningstrajecten liepen al voordat zij in beeld kwam en de gezinsmanager bracht daar verslag van uit, zonder dat er verder nog gesproken werd over het ‘gevaar voor het kind’; de melding waar het allemaal mee begon. Na driekwart jaar onderzoek/meelopen, kwam de gezinsmanager met de vraag of ze moeder soms nog ergens mee kon helpen… Hieruit kon moeder opmaken dat ze kennelijk in een soort vrijwillige hulpverlening was terechtgekomen, al was niet duidelijk of het ook in het ‘drang’-kader viel. Het was zeg maar vriendelijke hulpverlening die overbodig was, dus moeder liet het maar een tijdje zo voortduren, want je wist immers maar nooit wanneer vriendelijk alsnog zou overgaan in drang.(3) Toen er tenslotte na een jaar nog niets zorgelijks was geconstateerd en het kind naar een nieuwe school ging, vond de gezinsmanager dat de hulp wel afgerond kon worden na een paar maanden ‘monitoren’ op de nieuwe school. Dit is nog een heel gelukkig voorbeeld van het jeugdzorgamateurisme, maar dat het ook anders kan blijkt uit de wekelijkse hulpkreten die de redactie van Dark horse bereiken (of dagelijks die van stichting SOS-jeugdzorg).

Als gezinsmanagers door de inwerkperiode heen zijn en vertrouwd beginnen te raken met de juridische structuur van de jeugdbescherming gaat er vaak een andere wind waaien en zijn ouders aan hun grillen overgeleverd. De handelingsverlegen gezinsmanagers worden echter ook op gezinnen gezet met veel zwaardere problematiek en dan is de uitkomst van de vriendelijke hulpverlening, met bijvoorbeeld zwaar verslaafde of psychiatrische ouders, dat er veel te laat ingegrepen wordt en in het ergste geval is het kind dan dood terwijl tien hulpverleners bij het gezin betrokken waren.(4) Dan spreekt men in de nabeschouwing al gauw over ‘geen centrale regie’, ‘teveel aandacht voor de hulpverleningsrelatie’ (daar zouden ouders beschuldigd van Münchhausen-by-proxy/PCF een moord voor doen!) en teveel op de automatische piloot handelen, zonder naar de veiligheid van het kind te kijken. Dat is altijd zo’n aparte en steeds terugkerende opmerking in de onderzoeken van de jeugdzorginspectie, dat de jeugdbeschermers die worden ingeschakeld vanwege de veiligheid van kinderen, te weinig hebben gelet op de veiligheid van het kind!

Geluk, geen inzicht…

In de regel leidt dit tot overcompensatie bij die gezinnen waar er niets of relatief weinig aan de hand is, want die ontdekken dat hun kind op aangeven van jeugdzorg door de politie van het schoolplein is gerukt, ze komen bij een leeg ziekenhuisbed van hun ernstig zieke of stervende kind en worden door Veilig Thuis behandeld als de ergste criminelen. Jeugdzorg is ‘Russische roulette’ (3) en dat weten ze zelf ook heel goed. Toen mijn vrouw en ik opgelucht bij de Raad voor de Kinderbescherming aangaven dat we zo blij waren dat de Raad wel door had dat wij normale ouders waren (anders dan het AMK) waarna het rapport werd gesloten zonder aanvraag van dwangmaatregelen, antwoordde de casemanager doodleuk ter verdediging van haar AMK-collega’s: “Het kan ook zijn dat wij het verkeerd gezien hebben…” Op dat moment zakte de grond onder onze voeten vandaan. We werden vrijgesproken van kindermishandeling, maar dat was blijkbaar meer een kwestie van geluk dan van inzicht! (5) Het is ronduit misdadig dat de overheid deze werkwijze jarenlang met de mantel der liefde (mantel der onwetendheid en/of desinteresse) bedekt.(6) Zij is een rechtspersoon die zich opzettelijk en systematisch aan kindermishandeling schuldig maakt door ouders te demoniseren en te destabiliseren in een systeem van verdachtmaking zonder bewijsvoering en hulpverlening zonder aantoonbare effectiviteit; Prof. N.W. Slot met '909 zorgen': "72% van de OTS-sen gaven na 2 jaar geen verbetering", wel ruim 30% verslechtering.(7)  

Geen enkele Savanna of ‘kofferbakmoord’ kan rechtvaardigen dat normale ouders die van hun kinderen houden langzaam kapot gemaakt worden met slepende juridische procedures waar zij moeten strijden met ongelijke wapens. Kinderen worden in hun veilige ontwikkeling bedreigd door een overheid die faciliteert dat ouders opzettelijk ontregeld worden en na oplegging van ondertoezichtstelling door de rechter (feitelijk jeugdzorg) onder begeleiding van ‘vrijwilligers’ vanaf 18 jaar worden beoordeeld op hun pedagogische kwaliteiten, waar gerechtelijke uitspraken van afhankelijk zijn. Het is een smet op zowel onze rechtsstaat als ons zorgbeleid rondom gezinnen.

De bijwerkingen van jeugdzorg

Terugkomend op het bericht van de vrijwilligers bij de begeleide omgang, blijkt het tot ontzetting van veel jeugdzorgouders en advocaten geen uitzonderlijk geval te zijn, want het gebeurt in heel Nederland. En om nu eens in perspectief te zetten hoe ziekelijk dit systeem zich manifesteert en hoe weinig besef deze zogenaamde hulpverleners hebben van het menselijk leed dat zich afspeelt binnen de ‘zorgketen’ waar ze een deel van uitmaken, zou ik de aandacht van de lezer willen richten op één enkele passage uit de vrijwilligersadvertentie van Humanitas.(8)

“Werken als BOR-vrijwilliger is een mooie uitdaging. Daar horen verdrietige, pijnlijke, ontroerende en onhandige situaties bij, maar er kan ook best vaak gelachen worden om de vele ruzies die nu eenmaal bij een echtscheiding horen.” 

Er kan ook best worden gelachen…. Natuurlijk, ouders lachen zich rot om echtscheidingen die door bemoeienis van hulpverleners leiden tot ouderverstoting en kind-onteigening door de staat. Het is om je te bescheuren hoe jeugdzorg/wijkteam zijn oor laat hangen naar één van beide partijen en de andere ouder in de afgrond laat zakken. Het is hilarisch hoeveel kinderen opgroeien zonder hun vader of moeder te kennen en daar de rest van hun leven de gevolgschade van ondervinden bij de identiteitsontwikkeling. Het is een giller hoeveel onwaarheden aan hen zijn verteld over de biologische ouder(s), soms uit niet-geverifieerd informantenonderzoek, soms door de jeugdbeschermers zelf verzonnen om het kind beter te kunnen losweken van zijn wortels. Het is om je dood te lachen hoeveel kinderen door talloze overplaatsingen langs pleeggezinnen en instellingen volkomen hechtingsgestoord de volwassen leeftijd bereiken en niet in staat zijn normale relaties op te bouwen, zodat hun eigen kinderen vroeg of laat ook weer in de kaartenbak bij jeugdzorg eindigen.(9) 

Het is humor ten top, dat velen van hen hun leven lang in de Wajong zitten en nul eigenwaarde bezitten, omdat ze er diep van overtuigd zijn dat ze door niemand gewenst zijn. En laten we ook niet vergeten te schuddebuiken bij de showprocessen tegen de Nederlandse staat, waarvan de uitkomst al van tevoren vast staat, omdat je er als overheid niet aan moet denken dat er straks één juridisch schaap over de dam springt en het hele jeugdzorgsysteem van dertig of veertig jaar met terugwerkende kracht moet worden onderzocht op aantoonbaar overheidsfalen en grenzeloos kinderleed op zorgboerderijen waar ze kinderarbeid moesten verrichten of instellingen waar ze werden misbruikt (waar loverboys in- en uitlopen). En uiteindelijk treft niemand schuld, want de hulpverleningsketen is een rij dominostenen die elkaar omtikken in een van tevoren opgesteld schema, zodat degenen die zorgen voor de eerste zet vaak geen idee hebben waar en hoe het straks eindigt met de minderjarige…. maar wel blijven lachten hoor.